Hokken en spelsysteem

De hokken

In 2004 kochten mijn vader en ik een houten hok aan van hokkenbouwer Punt met een zogenaamd laag dak. Dit hok is elf meter lang en kent vijf afdelingen.

Een ren voor gezonde jonge duiven.

Voor het kweekhok en de afdeling van de jonge duiven is een duurzame aluminium ren geplaatst door Toon de Bruijn uit Dongen waardoor de duiven kunnen genieten van de buitenlucht, de zon, maar ook van een natuurlijke regendouche.

 

 

 

In het kweekhok kunnen twaalf koppels duiven worden gehuisvest. Dit wordt nu bevolkt door duiven waarin ik speciale kweekwaarde zie, maar ook door gepensioneerde topvliegers.

En, het is uiteraard handig om met een collega aan samenkweek te doen.

De afdeling voor de jonge duiven heeft 55 zitplaatsen, maar die behoeven niet allemaal bezet te zijn. Voor de  vliegduiven zijn twee afdelingen gereserveerd met elk zestien bakken. De vijfde afdeling wordt gebruikt voor opslag van manden, broedschalen e.d.

Het spelsysteem

Voor het spel met de oude duiven heb ik bewust gekozen voor weduwschap met doffers en duivinnen. Het geeft veel rendement, met elke duif wordt immers gevlogen en de jaarlijkse selectie is voor beide geslachten mede op prestaties gebaseerd.  De weduwnaars en de weduwduivinnen zijn direct naast elkaar gehuisvest en dat levert bij mij geen problemen op.

De duiven worden meestal in januari gekoppeld. Voor de vlucht komen de geslachten bij elkaar en ook na de vlucht mogen ze ongeveer twee uur bij elkaar blijven, afhankelijk van de afstand en zwaarte van de vlucht. Ze vliegen elke dag eenmaal een uurtje en de duivinnen worden daarna opgesloten in de bakken.

De duiven gaan in principe wekelijks mee op zowel  vitesse als midfond, alleen de duiven voor de eendaagse fondvluchten krijgen soms een weekje rust, alsmede duiven die teveel problemen hebben gehad op een bepaalde vlucht. Zo selecteer ik ook duiven uit tijdens het seizoen, die gaan dan niet meer mee en kunnen nog wel van nut zijn als een bepaalde doffer of duivin in tijd te ver na elkaar thuiskomen.

Ik leer de oude duiven voor aanvang van een nieuw seizoen zelf diverse keren op, in stappen van 5, 10 en 25 kilometer, waarna ze nog eenmaal de mand zien op een africhtingsvlucht van de afdeling Brabant 2000.

Na het seizoen worden geen jongen meer gekweekt en worden de duiven al snel (na een week) gescheiden. Ze komen dan geruime tijd niet meer los, vaak pas weer als er  jonge duiven in de broedschaal liggen voor het volgende seizoen.

Na deze spelwijze nu een jaar of 3 te hebben toegepast kan ik concluderen dat zowel doffers als duivinnen goed presteren maar dat er meer vroege prijzen door de duivinnen worden behaald.

De jonge duiven worden, vanaf dat ze goed rondvliegen, verduisterd van vijf tot acht en vanaf de langste dag weer bijgelicht. De jonge duiven worden enkel gespeeld op het schapje.